1. Lichtstad met uw paarlen poorten,
wond’re stad, zo hoog gebouwd,
nimmer heeft men op de deze aarde
ooit uw heerlijkheid aanschouwd.
Refrein:
Daar zal ik mijn Heer ontmoeten,
luist’ren naar zijn liefdesstem,
daar geen rouw meer en geen tranen
in het nieuw Jeruzalem.
2. Heilig oord vol licht en glorie,
waar de boom des levens bloeit
en de stroom van levend water
door de gouden Godsstad vloeit.
Refrein:
3. Schoon tehuis voor moede pelgrims,
komend uit de zandwoestijn,
waar zij rusten van hun werken
bij de springende fontein.
Refrein:
4. Wat een vreugde zal dat wezen,
straks vereend te zijn met Hem
in de stad met paarlen poorten
in het nieuw Jeruzalem.
Refrein: |
|