[1]
Alzo lief had God de wereld,
alzo lief had God de wereld,
de wereld, de wereld,
God had de wereld lief.
[2]
Dat Hij aan ons heeft gegeven,
dat Hij aan ons heeft gegeven,
gegeven, gegeven,
Zijn eengeboren Zoon.
[3]
Opdat 'n ieg'lijk die gelooft,
opdat 'n ieg'lijk die gelooft,
een iegelijk, een iegelijk,
het eeuw'ge leven heeft. |
|