[1]
'k Bewoon een and're wereld,
daar is geen zielsangst meer,
want in mijn diepe droefheid,
ontmoette mij de Heer!
Mijn ziel is eind'lijk vrijgemaakt,
der zondebanden zijn geslaakt,
en 'k leef voor mijzelf niet meer!
[chorus]
Dit is het leven,
dat ons Jezus geeft.
Dit is 't eeuwig leven,
waar 't ik geen plaats meer heeft.
[2]
Die wereld kent geen wanhoop,
geen kommer meer of smart:
geen angst of bange zorgen,
beknellen meer het hart!
Ja, alles is mij 't zelfde nu,
ik ben gestorven, Heer, met U,
en leef nu voor and'ren weer.
[chorus]
Dit is het leven,
dat ons Jezus geeft.
Dit is 't eeuwig leven,
waar 't ik geen plaats meer heeft.
[3]
Ik heb de prijs berekend
van het apostel zijn;
voor and'ren in de dood gaan,
'k begreep, dat was 't geheim.
Wenst gij te vinden deze kracht,
die zielen redt uit satans macht?
Ga dan naar Golgotha!
[chorus]
Dit is het leven,
dat ons Jezus geeft.
Dit is 't eeuwig leven,
waar 't ik geen plaats meer heeft.
[4]
Des Heilands liefde dringt ons,
om met Zijn tederheid
het arme hart te winnen,
dat in de zonde lijdt.
Op Zijn bevel gaan wij verheugd;
Zijn wil te doen is hemelvreugd,
en altijd verhoort Hij ons.
[chorus]
Dit is het leven,
dat ons Jezus geeft.
Dit is 't eeuwig leven,
waar 't ik geen plaats meer heeft |
|