24 Buiten U, o Heer, kan mijn ziel niet leven

Woorden overgenomen met toestemming van het Leger des Heils.

vorige pagina
[1]
Buiten U, o Heer, kan mijn ziel niet leven,
In U is mijn hart slechts voldaan;
'k Laat de wereld los om m' aan U te geven,
En tot de verloor'nen te gaan.
'k Laat de wereld los om m' aan U te geven,
En tot de verloor'nen te gaan.
[2]
Als de golven slaan en de stormen woeden
Als de nacht zo somber mij schijnt,
Dan geef ik m' aan U, Gij zult mij behoeden,
Bij U zal ik veilig steeds zijn.
Dan geef ik m' aan U, Gij zult mij behoeden,
Bij U zal ik veilig steeds zijn.
[3]
Waarom zou ik dan voor de offers vrezen,
Die de Heiland eist ook van mij?
Wie een volgeling van de Heer wil wezen,
Drage 't kruis blijmoedig als Hij.
Wie een volgeling van de Heer wil wezen,
Drage 't kruis blijmoedig als Hij.
[4]
Aan Uw dienst, o Heer, wil ik mij verbinden,
Dat niets van Uw kruis mij ooit scheid';
Daarin zal 'k mijn roem en mijn vreugde vinden,
Kracht om t' overwinnen altijd!
Daarin zal 'k mijn roem en mijn vreugde vinden,
Kracht om t' overwinnen altijd!