[1]
De Meester is wachtend op u, mijn vriend,
de Meester is wachtend op u;
O, gij dwaalde zo zeer,
keer toch weer tot uw Heer,
kom, keer tot de Heiland u nu!
[chorus]
Kom, hoor de stem van uw Heiland,
kom, hoor de stem van uw Heiland.
Luister, luister,
Hij roept u en wacht reeds zo lang, (zo lang.)
[2]
Hij roept door Zijn Heilige Geest ook u
Zijn Geest roept uw hart tot Hem heen.
O, geef Hem nu dat hart,
en gedaan is uw smart.
O, richt naar de hemel uw schreen!
[chorus]
Kom, hoor de stem van uw Heiland,
kom, hoor de stem van uw Heiland.
Luister, luister,
Hij roept u en wacht reeds zo lang, (zo lang.)
[3]
Soms roept Hij langs wegen van donk're nacht,
langs wegen, door u niet verstaan.
Al drukt droefheid u neêr,
laat uw hart zeggen: "Heer!
O neem in genade mij aan!"
[chorus]
Kom, hoor de stem van uw Heiland,
kom, hoor de stem van uw Heiland.
Luister, luister,
Hij roept u en wacht reeds zo lang, (zo lang. |
|