52 Ik wens te zijn als Jezus

vorige pagina
[1]
Ik wens te zijn als Jezus,
Zo need'rig en zo goed;
Zijn woorden waren vriend'lijk,
Zijn stem was altijd zoet.
Helaas! 'k ben niet als Jezus,
dat ziet een elk aan mij;
och, Heiland wil mij helpen
en maak mij zo als Gij.
[2]
Ik wens te zijn als Jezus,
In 't goeddoen nooit vertraagd.
Dat men van mij kan zeggen:
hij doet, wat God behaagt.
Helaas 'k ben niet als Jezus,
dat ziet een elk aan mij;
och Heiland, wil mij helpen,
en maak mij zo als Gij.
[3]
Ach neen, 'k ben niet als Jezus,
mijn hart is vol van kwaad.
Hoe zal ik ooit zo worden,
waar vind ik hulp en raad?
Mijn Heiland, wil mij helpen,
maak mij van zonden vrij;
dan zal 'k U eens aanschouwen
en worden zo als Gij!