[1]
Jezus neemt de zondaars aan!
Roept dit troostwoord toe aan allen,
die van 's levens rechte baan,
op de dwaalweg zijn vervallen,
't rechte pad leert Hij hen gaan,
Jezus neemt de zondaars aan.
[2]
Geen genade zijn wij waard
maar in d' Evangeliebladen
heeft ons God Zijn gunst verklaard;
dat wij, hoe met schuld beladen,
dan gelovig tot Hem gaan!
Jezus neemt de zondaars aan!
[3]
Als een Herder wil Hij trouw,
't schaap in een woestijn aan 't dwalen,
daar 't zich zelf verliezen zou
van de doolweg wederhalen,
brengen op de rechte baan:
Jezus neemt de zondaars aan!
[4]
Komt gij allen, komt tot Hem!
Zondaars, komt, wat zou u hind'ren?
Jezus roept u, hoort Zijn stem
Hij maakt zondaars tot Gods kind'ren;
vrij moogt gij tot Jezus gaan:
Jezus neemt de zondaars aan!
[5]
O! Dit geeft mij nieuwe moed
bij de grootheid van mijn zonden:
door Zijn Godd'lijk offerbloed
heeft Hij mijn rantsoen gevonden:
nu kan ik er vast op gaan,
Jezus neemt de zondaars aan! |
|