67 Neem, Heer, mijn beide handen

vorige pagina
[1]
Neem, Heer, mijn beide handen in Uwe hand,
opdat ik niet zal stranden in 's vijands land.
Verzoeking lokt mijn schreden,
naar 's afgronds steile rand.
O, neem mijn beide handen in Uwe hand.
[2]
Met U slechts reis ik veilig, O, houd mij vast.
De weg is vol gevaren, draag Gij mijn last.
Verbreek, Heer, ied're afgod, ja, ied're zondeband,
O, neem mijn beide handen in Uwe hand.
[3]
Tot wie kan ik mij wenden? Gij kent mijn hart,
verstaat al mijn ellende, mijn zorg en smart.
Geen sterv'ling kan mij redden,
slechts Gij maakt nooit te schand',
O, neem mijn beide handen in Uwe hand.
[4]
En als mijn ziel zal toeven in 't dodendal,
dan weet ik, dat Uw hand mij geleiden zal
naar 's hemels gouden kusten,
in 't eeuwig vaderland.
O, neem mijn beide handen in Uwe hand.