83 Hoor des Heilands vriend'lijk noden

vorige pagina
[1]
Hoor des Heilands vriend'lijk noden;
wilt gij tot Mijn akker gaan?
d' Oogst is rijp en beidt de maaier,
op zijn sikkel wacht het graan.
Luid en dringend roept de Meester,
en een vorst'lijk loon schenkt Hij.
O, wie hoort Hem en zegt dankbaar:
"Heer, hier ben ik, zend ook mij".
[2]
Kunt g'al niet aan verre stranden,
heid'nen winnen, door uw woord.
Zie, nabij u leven heid'nen
in een nacht van zonde voort.
Mist gij 's rijken goud en zilver,
toch der weduw' penning niet;
Jezus loont zelfs, wie vermoeiden
slechts een beker water biedt.
[3]
Spreekt gij niet der eng'len talen,
mist gij Paulus' gaav' en kracht,
toch kunt gij in eenvoud zeggen,
wat voor u de Heer volbracht.
Derft gij 't woord, dat goddelozen
voor Gods oordeel sidd'ren doet,
toch kunt gij de kind'ren zeggen:
"onze God is eind'loos goed".
[4]
Dekk' u nooit het woord der traagheid:
"Wat zou ik, die niets vermag?"
O, genoeg zij 't u dat Jezus
vragend op u neder zag.
Doe, wat Hij begeert, blijmoedig,
dat Zijn werk uw vreugde zij:
laat Hem blijd' uw antwoord horen:
"Heer, hier ben ik, zend ook mij!"