[1]
Heer! ik hoor van rijke zegen,
Die Gij uitstort, keer op keer;
Laat ook van die milde regen
Dropp'len vallen op mij neer;
Ook op mij, ook op mij,
Dropp'len vallen ook op mij.
[2]
Ga mij niet voorbij, o Vader!
Zie, hoe mij mijn zonden smart;
Trek mij met Uw koorden nader,
Stort Uw liefd' ook in mijn hart.
Ook in mij, ook in mij,
Stort Uw liefde ook in mij.
[3]
Heil'ge Geest, wil niet voorbij gaan;
Gij geeft blinden d' ogen weer!
Wil, o, wil nu bij mij stilstaan,
Werk in mij met kracht, o Heer!
Ook in mij, ook in mij,
Werk ook door Uw kracht in mij.
[4]
Wil me, o Heiland, niet voorbijgaan,
Doe mij leven U nabij;
Zie mij zuchtend aan Uw zij staan;
Roept Gij and'ren, roep ook mij.
Ja, ook mij, ja, ook mij;
Roept Gij and'ren, roep ook mij.
[5]
Liefde Gods, zo rein, zo krachtig,
Bloed van Jezus, rijk en vrij,
Gods genade, sterk en machtig,
O, verheerlijk U in mij.
Ook in mij, ook in mij,
O, verheerlijk U in mij!
[6]
Ga mij niet voorbij, o Herder!
Maak mij gans van zonden vrij;
Vloeit de stroom van zegen verder,
Zegen and'ren, maar ook mij.
Ja, ook mij, ja, ook mij,
Zegen and'ren, maar ook mij! |
|