[1]
Looft, looft de Heer!
Verheft nu Zijn eer!
Want Zijn genade
en goedertierenheid
blijft in der eeuwigheid,
blijft in der eeuwigheid,
blijft in der eeuwigheid.
[2]
Liefde is de Heer!
Hij mint ons zo teer!
Zijn grote liefde,
Zijn trouw en wijs beleid,
blijft in der eeuwigheid.
blijft in der eeuwigheid.
blijft in der eeuwigheid.
[3]
Dankt, dankt de Heer!
Geeft lof Hem en eer!
Al 't schepsel prijst Hem
en Zijne heerlijkheid,
blijft in der eeuwigheid.
blijft in der eeuwigheid.
blijft in der eeuwigheid. |
|