165 'k Zie het land

vorige pagina
[1]
'k Zie het land, waar de zon nimmer daalt
En de Eng'len in blinkend gewaad
Door Gods liefde en Zijn licht omstraald,
Waar het Lam als geslacht voor mij staat.
[chorus]
Naar dat land, vol van licht,
is de weg van Zijn kind'ren gericht.
Naar dat land, vol van licht,
is de weg van Zijn kind'ren gericht.
[2]
In dat land is geen zonde of smart,
Geen verzoeking of boosheid in 't hart;
Onbekend is daar ziekte en pijn,
O, wat zal 't overheerlijk daar zijn!
[chorus]
Naar dat land, vol van licht,
is de weg van Zijn kind'ren gericht.
Naar dat land, vol van licht,
is de weg van Zijn kind'ren gericht.
[3]
In dat land is geen honger of dorst,
Overvloeiend de levensfontein;
Zorgen worden daar niet meer getorst,
Christus alles in allen zal 't zijn.
[chorus]
Naar dat land, vol van licht,
is de weg van Zijn kind'ren gericht.
Naar dat land, vol van licht,
is de weg van Zijn kind'ren gericht