[1]
'k Wil zingen van mijn God en Heer,
die steeds Zijn zegeningen weer
over mensen uitstort telkens weer,
waarvan ik mag getuigen.
Over mensen uitstort telkens weer
waarvan ik mag getuigen.
[2]
De Naam van Vader, Zoon en Geest,
Drie-enig God geducht, gevreesd.
Geef ons ook op dit Pinksterfeest
Uw Goddelijke zegen.
Geef ons ook op dit Pinksterfeest
Uw Goddelijke zegen.
[3]
O Vader, die vol scheppingskracht
de wereld schiep met al haar pracht.
Hoe groot en heerlijk is Uw macht,
waarvan wij mogen zingen.
Hoe groot en heerlijk is Uw macht,
waarvan wij mogen zingen.
[4]
Heer Jezus, die op aarde kwam
en onze zonden op Zich nam,
voor ons geslacht werd als een lam
hoe groot is Uwe liefde!
voor ons geslacht werd als een lam
hoe groot is Uwe liefde!
[5]
Daal Heil'ge Geest, daal tot ons neer
en geef ons steeds Uw zegen weer
zodat gesterkt door U steeds meer
wij U een loflied zingen.
zodat gesterkt door U steeds meer
wij U een loflied zingen. |
|