279 Heil'ge Jezus, trouwe Vriend

vorige pagina
[1]
Heil'ge Jezus, trouwe Vriend,
Gids, die mij in liefde dient,
houd mijn zwakke hand gevat
op het ruw en eenzaam pad,
dat zo steil mij opwaarts leidt;
't hart, dat Uw vertroosting beidt,
gaat verkwikt, bemoedigd voort,
als het maar Uw fluist'ren hoort.
[chorus]
Leid mij op het enge pad.
Leid mij, leid mij telken stond;
houdt Gij mijne hand gevat,
nimmer, nimmer ga 'k te grond.
[2]
Vriend, Die ons alom verzelt
en aan 't hart, door angst gekneld,
bij 't al worst'lend opwaarts gaan,
's Vaders liefde doet verstaan,
sterk, vermeer mijn zwak geloof,
en wat ooit mijn moed verdoov',
fluister binnen mij altijd;
"Ik ben met u in de strijd".
[chorus]
Leid mij op het enge pad.
Leid mij, leid mij telken stond;
houdt Gij mijne hand gevat,
nimmer, nimmer ga 'k te grond.
[3]
En is eens de reis volbracht,
heeft dan 't hart nog enkel macht
tot een laatste zucht en beê,
sterk dan in mijn ziel de vreê,
die 't geloof in Jezus' bloed
als zijn anker smaken doet.
Fluister zacht dan ook in mij:
"Wijkt het al, Ik blijf u bij".
[chorus]
Leid mij op het enge pad.
Leid mij, leid mij telken stond;
houdt Gij mijne hand gevat,
nimmer, nimmer ga 'k te grond