[1]
Looft den Here, prijst Zijn daden,
zingt Uw God een dankbaar lied,
Die eens woonde bij de mensen
en Zijn eeuwig huis verliet.
[chorus]
Zing maar blij, zing maar blij,
zing maar blij, want groot is Hij!
[2]
Al Zijn oorden zijn waarachtig,
want volkomen is de Heer.
Hoger dan het blauw des hemels
ziet Hij op Zijn scheps'len neer.
[chorus]
Zing maar blij, zing maar blij,
zing maar blij, want groot is Hij!
[3]
Hij verbreekt de raad der bozen
en verheft wie nederviel,
Hij versterkt, wie op Hem bouwen,
daarom juicht het in mijn ziel.
[chorus]
Zing maar blij, zing maar blij,
zing maar blij, want groot is Hij!
[4]
Laat de vrede in mij dalen,
Heer, vergeef mij elke dag.
Dat ik eens bij Uw verschijnen
eeuwig bij U wonen mag.
[chorus]
Zing maar blij, zing maar blij,
zing maar blij, want groot is Hij |
|