[1]
Zie, o Jezus, ons bijeen
om ons door Uw woord te stichten;
dat Uw Geest ons kracht verleên'
om ons naar Uw wil te richten.
Laat geen aardse zorg ons krenken,
nu w' aan 't hemels heilgoed denken.
[2]
Heer, verlicht ons zwak verstand,
nog met nevelen omtogen;
schenk, op reis naar 't Vaderland,
Uwe kracht ons uit de hoge;
zo de mens iets goeds zal werken,
moet Gij Zelf hem daartoe sterken.
[3]
Glans van 's Vaders heerlijkheid!
Licht van licht, uit God geboren!
Maak ons tot Uw dienst bereid!
Open hart en mond en oren!
Onze beden, onze zangen,
wil die, Heer, in gunst ontvangen! |
|