381 Alle roem is uitgesloten!

vorige pagina
[1]
Alle roem is uitgesloten!
Onverdiende zaligheên.
Heb ik van mijn God genoten.
'k Roem in vrije gunst alleen,

ja, eer ik nog was geboren,
eer Gods hand, die alles schiep,
iets uit niets tot aanzien riep,
heeft Zijn liefde mij verkoren.
God is liefd' o Eng'lenstem,
mensentong, verheerlijkt Hem!
[2]
Zo, zo lief had God de wereld,
dat Hij Zijne een'ge Zoon
Voor de afgevallen wereld
Overgaf aan smaad en hoon.

Ja, toen wij nog zondaars waren,
schonk d' Ontfermer ons genâ,
stierf Zijn Zoon op Golgotha,
stierf voor ons, die zondaars waren;
God is liefd' o Eng'lenstem
Mensentong, verheerlijkt Hem!
[3]
Kan een vrouw haar kind vergeten,
als haar zuig'ling schreit van pijn?
Zou z' een ware moeder heten,
en zo weinig moeder zijn?

Maar, al kon dit moog'lijk wezen,
vader! Die mijn noden ziet,
vader, Gij vergeet mij niet;
Neen, dit heb ik nooit te vrezen:
God is liefd', o Eng'lenstem,
mensentong, verheerlijkt Hem!