[1]
Komt, knielen wij voor Jezus samen
met vrolijk uitzicht op ons lot!
Het is volbracht, volbracht, ja, amen,
het is voor ons volbracht bij God.
Het grote werk, dat Hij aanvaardde,
al d' eeuwen door met smart verwacht,
Dat is volbracht, juich hemel, aarde!
Juicht, zondaars! 't Is voor u volbracht.
[2]
Gij Jezus, hebt de last gedragen,
die zond' en schuld te dragen gaf;
God zag Uw werk met welbehagen
en wendt van ons Zijn straffen af.
Wij schuldig, snood van God verdreven,
wij bleven ver van Eden staan,
maar 't kruis werd ons de boom van 't leven,
die wees Uw Vader Zelf ons aan.
[3]
Wij willen need'rig Gode leven,
U volgen, waar Gij ons geleidt.
Ons U geheel ten offer geven
met nooit volbrachte dankbaarheid.
Getrouwe Leidsman, sla ons gade.
Voleinder, laat door Uwe kracht
het heerlijk werk van Gods genade
in ons ook eenmaal zijn volbracht. |
|