[1]
Heer, ik geef mijn hart aan U,
maak het rein van zonde nu!
Was het in Uw dierbaar bloed,
woon Gij Zelf in mijn gemoed.
[chorus]
Heer, 'k wil U niet laten gaan;
'k weet, Gij neemt mijn smeken aan!
Reinig, reinig mijn gemoed
In Uw kostbaar, dierbaar bloed!
Jezus, Jezus, Jezus! Maak mijn harte rein!
[2]
Maak mij nu van zonde vrij,
daal nu met Uw geest in mij;
neem uit mij der zonde lust:
in U is volkomen rust.
[chorus]
Heer, 'k wil U niet laten gaan;
'k weet, Gij neemt mijn smeken aan!
Reinig, reinig mijn gemoed
In Uw kostbaar, dierbaar bloed!
Jezus, Jezus, Jezus! Maak mijn harte rein!
[3]
Wat niet is naar Uwe wil,
woorden en gedachten, daân,
neem het gans uit mij, o Heer!
Opdat 'k rein voor U mag staan!
[chorus]
Heer, 'k wil U niet laten gaan;
'k weet, Gij neemt mijn smeken aan!
Reinig, reinig mijn gemoed
In Uw kostbaar, dierbaar bloed!
Jezus, Jezus, Jezus! Maak mijn harte rein!
[4]
Maak mij, Heer, U meer gelijk,
heilig mij en maak mij rein;
geef Uw liefde mij in 't hart,
dat 'k een beeld van U mag zijn.
[chorus]
Heer, 'k wil U niet laten gaan;
'k weet, Gij neemt mijn smeken aan!
Reinig, reinig mijn gemoed
In Uw kostbaar, dierbaar bloed!
Jezus, Jezus, Jezus! Maak mijn harte rein!
[5]
Laat niets van de zonde in mij;
neem uit mij des vlezes lust,
opdat 'k hier, door U gans vrij,
reeds geniet des hemels rust.
[chorus]
Heer, 'k wil U niet laten gaan;
'k weet, Gij neemt mijn smeken aan!
Reinig, reinig mijn gemoed
In Uw kostbaar, dierbaar bloed!
Jezus, Jezus, Jezus! Maak mijn harte rein |
|