[1]
Daal bij 't huiswaarts gaan Uw zegen,
Vader, op ons van omhoog.
't Zij langs ruwe of effen wegen.
't Levenspad ons voeren moog'.
Laat Uw zegen, laat Uw zegen
Leidster blijven voor ons oog.
[2]
Lof, aanbidding dank en ere.
Vader, zij U toegebracht.
En tot 's aardrijks eind regere
Uwe heerschappij en macht.
Uw genade, Uw genade,
Blijv' in zwakheid onze kracht. |
|