453 Hebt gij reeds een hart gevonden

vorige pagina
[1]
Hebt gij reeds een hart gevonden,
Dat zich in uw vreugd verblijdt,
Dat indien het kent uw wonden,
Balsem schenkt of met u lijdt?
Zalig, zalig dan uw leven,
Of 't u ramp of voorspoed biedt;
Zulk een hart kan blijdschap geven,
En verzachten 't bangst verdriet.
[2]
Maar, ach! in dit aardse leven
Vindt men trouwe liefde niet!
Vaak wil men wel liefde geven,
Zo gij iets in ruil dan biedt.
Zalig hij, die steeds van Boven
Al zijn hulp zoekt en zijn kracht;
Die, in kinderlijk geloven,
Slechts zijn trouw van Hem verwacht.
[3]
Alle mond is leugenachtig,
Zegt Gods woord, en dit blijft waar;
Slechts de Here is waarachtig,
Dit bewijst Zijn werk ons klaar.
Wilt gij dus een harte vinden,
Dat in droefheid of geween
Zich aan 't uwe wil verbinden?
Ga dan slechts tot Jezus heen.