475 God roept ons, broeders, tot de daad

vorige pagina
[1]
God roept ons, broeders, tot de daad.
Zijn werk wacht; treedt dan aan,
en weest gereed om elke weg,
die Hij u wijst, te gaan.
Wij weten dat, wat komen mag,
toch hij slechts wint, die waagt.
En wie zichzelve geven wil,
door 't donker vlammen draagt.
[2]
God roept, en in Hem is de kracht,
die onze zwakheid staalt.
Dit is de vreugd, dat Hij het doel
en onze vaart bepaalt,
dat Hij ons over grenzen heen
laat zien het groot gezicht
van aller mensen broederschap
in 't ene Godd'lijk licht.
[3]
God roept, en wat de mensen scheidt,
dat zij geen scheiding meer.
Zijn liefde houd' ons allen saâm
en samen met de Heer.
Want wat er in de wereld woed',
toch is het God die wint,
en in een elk die Hem behoort,
het nieuwe rijk begint.