485 O, hebt gij 't heerlijk nieuws gehoord?

vorige pagina
[1]
O, hebt gij 't heerlijk nieuws gehoord?
Hij kwam op aard voor u!
Hij bracht Zijn heil van oord tot oord.
Hij is Dezelfde nu.
Zijn kracht is onveranderlijk.
Zijn liefd' oneindig groot.
Zijn naam is altijd wonderlijk.
Hij redt uit alle nood.
[chorus]
Hij is Dezelfde nu
Hij is Dezelfde nu
Bij Hem is geen verandering.
Hij is Dezelfde nu!
[2]
Toen Hij nog rondging hier op aard.
Zat Hij met zondaars aan.
De allerslechtsten kon men zien
met Gods Zoon samengaan.
De farizeeërs waren boos.
Dat was hun veel te min.
Zij gaan ook niet met moordenaars
dezelfde hemel in.
[chorus]
Hij is Dezelfde nu
Hij is Dezelfde nu
Bij Hem is geen verandering.
Hij is Dezelfde nu!
[3]
Wie ziek of schuldig tot Hem kwam.
Die zond Hij nimmer heen.
Hij, die de zonde op Zich nam
spreekt van genâ alleen.
"Ga heen in vrede", was Zijn woord
"en zondig nimmermeer.
Die Mij volkomen toebehoort
zal leven tot Mijn eer."
[chorus]
Hij is Dezelfde nu
Hij is Dezelfde nu
Bij Hem is geen verandering.
Hij is Dezelfde nu!
[4]
O denk niet, dat de Heer vergeet
zijn arm, verloren kind,
Dat altijd nog het Zijne heet,
Van allen 't meest bemind.
De zwaarte van de zondelast.
De grootte van de schuld,
Verandert niet de liefde Gods,
Zijn trouw of Zijn geduld.
[chorus]
Hij is Dezelfde nu
Hij is Dezelfde nu
Bij Hem is geen verandering.
Hij is Dezelfde nu