[1]
O. hoe teder vertroost ons de Heiland,
Als rouwend ons hart Hem genaakt.
Kom, nedergeknield aan Zijn voeten,
En daar Zijn ontferming gesmaakt.
[chorus]
Als Zijn geest dan
door 't Godswoord u aandrijft,
Om toevlucht te zoeken bij Hem.
Weersta dan niet langer Zijn bidden,
Maar ga op d' u nodende stem.
[2]
En daar wij ook gered zijn door Jezus,
Zo dringen w' u: ga toch tot Hem!
Zijn bloed zal met God u verzoenen.
O, zondaar, kom, hoor naar Zijn stem.
[chorus]
Als Zijn geest dan
door 't Godswoord u aandrijft,
Om toevlucht te zoeken bij Hem.
Weersta dan niet langer Zijn bidden,
Maar ga op d' u nodende stem.
[3]
Komt, vermoeiden, wanhopig belasten,
Zoekt langer niet vrucht'loos naar rust,
Maar wordt aan de voeten van Jezus,
Van 't heil Zijner liefde bewust.
[chorus]
Als Zijn geest dan
door 't Godswoord u aandrijft,
Om toevlucht te zoeken bij Hem.
Weersta dan niet langer Zijn bidden,
Maar ga op d' u nodende stem |
|