505 Gij die gelooft, verheugt u samen

vorige pagina
[1]
Gij die gelooft, verheugt u samen;
't is God, Die trouw Zijn kerk bewaart!
Die hoop zal nimmer ons beschamen:
de Heer is God en Zijns is d' aard.
Zijn woord heeft vrede, heil bereid
van eeuwigheid tot eeuwigheid!
[2]
Gezanten gaan door alle landen,
een heil'ge opdracht drijft hen voort,
zij vrezen strijd noch smaad noch banden,
zij houden vast aan Jezus' Woord.
Het mart'laarsbloed is 't zaad der kerk,
de wasdom is des Heren werk.
[3]
Nabij of ver, wij zijn verbonden:
één Heer en één geloof, één doop,
één Geest is tot ons neergezonden
en één is aller liefd' en hoop.
Wij bidden en wij danken saâm,
wij roemen in één Vadernaam.
[4]
Hoopt op de Heer, Zijn dag komt nader!
Eén kudde, één Herder is beloofd.
De volken buigen zich te gader
voor Jezus Christus, aller Hoofd!
Dat toch de dag des Heils verscheen,
dan worden aard' en hemel één.