[1]
Gods toorn is van mij afgewend.
Mijn schuld is onder 't bloed!
Hij heeft mij als Zijn kind erkend;
Mijn schuld is onder 't bloed.
[chorus]
Mijn zonden, mijn zonden,
mijn zonden zijn onder 't bloed;
Zijn wonden, zijn wonden,
zij hebben mijn zonden geboet.
[2]
Hij maakt mij door Zijn woord bekend:
Mijn schuld is onder 't bloed,
het bloed van 't Nieuwe Testament,
mijn schuld is onder 't bloed.
[chorus]
Mijn zonden, mijn zonden,
mijn zonden zijn onder 't bloed;
Zijn wonden, zijn wonden,
zij hebben mijn zonden geboet.
[3]
Nu is tot God de toegang vrij,
mijn schuld is onder 't bloed.
Ja, meer nog, Hij woont Zelf in mij,
mijn schuld is onder 't bloed.
[chorus]
Mijn zonden, mijn zonden,
mijn zonden zijn onder 't bloed;
Zijn wonden, zijn wonden,
zij hebben mijn zonden geboet.
[4]
'k Zeg tot de satan: "weg van mij!
Mijn schuld is onder 't bloed,
mijn kleed is rein! ik ben nu vrij!
Mijn schuld is onder 't bloed!"
[chorus]
Mijn zonden, mijn zonden,
mijn zonden zijn onder 't bloed;
Zijn wonden, zijn wonden,
zij hebben mijn zonden geboet.
[5]
Ga, predik thans als Godsgezant:
"Uw schuld is onder 't bloed!"
Verkondig luid in ieder land:
"Uw schuld is onder 't bloed!"
[chorus]
Mijn zonden, mijn zonden,
mijn zonden zijn onder 't bloed;
Zijn wonden, zijn wonden,
zij hebben mijn zonden geboet.
[6]
Straks zie ik Hem in heerlijkheid!
Mijn schuld is onder 't bloed;
en 'k prijs dan tot in eeuwigheid
het Lam en 't dierbaar bloed!
[chorus]
Mijn zonden, mijn zonden,
mijn zonden zijn onder 't bloed;
Zijn wonden, zijn wonden,
zij hebben mijn zonden geboet |
|