[1]
In stille nacht in Bethlehem
daalde voor ons terneer
't grootste geschenk voor heel de aard,
een kindje klein en teer.
[2]
Hoe lieflijk is Uw aangezicht,
o Kind van Bethlehem.
Uw naam is Jezus; dat geeft zicht
op nieuw Jeruza lem.
[3]
O heerlijkheid en pracht van God,
Gij Redder van ons lot,
verwierf voor ons de zegepraal,
brengt ons terug bij God.
[4]
Daal nu, o heilig Christuskind,
in onze harten neer,
vervul ons met Uw stralend licht,
tot G' eenmaal wederkeert. |
|