592 Diep, o God, in 't stof gebogen

vorige pagina
[1]
Diep, o God in 't stof gebogen,
Schuldig voor Uw hoog gericht,
Vloeien tranen uit onz' ogen,
Dekt de schaamt' ons aangezicht,
't Zondig stof ontvangt gena,
Jezus sterft op Golgotha!
Voor een wereld, diep verloren,
Geeft God Zijne Eengeboren'.
[2]
Om van zond' ons te bevrijden
Stierf Gods Zoon de wreedste dood;
Wie zijn hart Hem toe wil wijden;
Houde, wat Zijn mond gebood;
Hoe de zond' ons ooit omring',
Jezus, dat Uw liefd' ons dring';
Woudt G' uit liefde voor ons sneven,
Dat wij eeuwig voor U leven!
[3]
Jezus! Uw verzoenend sterven
Blijft het rustpunt van ons hart.
Als wij alles, alles derven,
Blijft Uw liefd' ons bij in smart.
Och, wanneer mijn oog eens breekt,
't Angstig doodszweet van mij leekt,
Dat Uw bloed mijn hoop dan wekken,
En mijn schuld voor God bedekken.
[4]
Vader, vol van mededogen!
Zie ons, arme zondaars aan;
Sla op ons Uw vriend'lijk ogen;
Jezus heeft voor ons voldaan,
Ja! Hij heeft voor ons voldaan,
God neemt ons als zondaars aan,
't Zelfde recht, dat Hem deed sneven,
Schenkt ons 't eeuwig zalig leven.