628 Eén leven slechts

Woorden overgenomen met toestemming van het Leger des Heils.

vorige pagina
[1]
Eén leven slechts, één leven hier beneden,
Eén leven slechts! En dat gaat ras voorbij,
Eén leven slechts met al zijn schone kansen,
Eén leven slechts, Dat leven, Heer, vraagt Gij!
Gij vraagt mijn hart en gaven, mij gegeven,
Gij vraagt mijn stem, mijn goed, mijn tijd en kracht;
Gij, dierb're Heer, Die voor mij gaaft Uw leven,
Mijn al, dat is 't, wat Gij als dank verwacht.
[chorus]
Eén leven slechts, en dat zal ras vergaan,
Slechts wat voor God is gedaan, blijft bestaan,
Slechts wat voor God is gedaan, blijft bestaan.
[2]
Eén leven slechts! O, waarom staat gij ledig?
Hoort gij het niet? De Meester roept ook u,
Duizenden kennen niet Zijn zondaarsliefde,
Duizenden roepen om uw hulp juist nu!
Haast u, aan 't werk! De tijd, de tijd vliegt henen,
Straks is uw kracht, uw beste kracht vergaan!
En gij, o ziel, met uw verkwiste leven,
Zult voor Gods troon met lege handen staan.
[chorus]
Eén leven slechts, en dat zal ras vergaan,
Slechts wat voor God is gedaan, blijft bestaan,
Slechts wat voor God is gedaan, blijft bestaan.
[3]
Eén leven slechts! Heer, 'k leg het aan Uw voeten,
Gij neemt het aan, vervult mijn hart met moed;
'k Wil nu voortaan de arme zondaars zoeken,
En hun vertellen van Uw kostbaar bloed.
Niets zij te veel, als 't and'ren slechts kan redden,
Niets, niets te zwaar, als 't zondaars leidt naar 't kruis;
Uw glimlach, Heer, zal alle smart verzoeten,
En eens Uw welkom in het Vaderhuis!
[chorus]
Eén leven slechts, en dat zal ras vergaan,
Slechts wat voor God is gedaan, blijft bestaan,
Slechts wat voor God is gedaan, blijft bestaan