[1]
Wanneer zal 'k U aanschouwen,
Mijn Jezus, trouwe Heer,
En ook mijn zangtoon mengen
In 't loflied, U ter eer?
Wanneer, als een verloste
Van 's werelds ijdelheid,
Volop de heilsstaat kennen,
Mij door Uw kruis bereid?
[chorus]
Daar omhoog is er rust,
Daar is rust, eeuw'ge rust;
Daar is rust, Daar is rust,
Daar aan 's hemels zaal'ge kust.
[2]
Wanneer klinkt de bazuine,
Die Uwe komst vermeldt,
De doden in hun graven,
Ontrukt aan 't doodsgeweld;
Als die in U ontsliepen,
Ontwaken op Uw stem,
En als Uw volgers ingaan
In 't nieuw Jeruzalem?
[chorus]
Daar omhoog is er rust,
Daar is rust, eeuw'ge rust;
Daar is rust, Daar is rust,
Daar aan 's hemels zaal'ge kust.
[3]
O, blijde, zaal'ge ure,
Als Jezus' stem ons wekt,
En Hij aan Zijn gemeente
Zijn heerlijkheid ontdekt;
Als zij, het Lam ter ere,
Mag zingen 't nieuwe lied,
Dat Hem in blijde koren
Voor eeuwig hulde biedt.
[chorus]
Daar omhoog is er rust,
Daar is rust, eeuw'ge rust;
Daar is rust, Daar is rust,
Daar aan 's hemels zaal'ge kust |
|