697 Tot Jezus kwam Nikodemus bij nacht

vorige pagina
[1]
Tot Jezus kwam Nicodemus bij nacht,
Maar 't vleien zijns monds had op Jezus geen macht;
"Gij moet", sprak de Meester, Die wars is van schijn,
"Van nieuws geboren zijn (van nieuws)."
[chorus]
Verlost van zonde en schijn,
Van nieuws geboren zijn,
Een ieder, die 't Koninkrijk Gods eens wil zien,
Moet nieuw geboren zijn.
[2]
Gij, kind'ren der mensen, verstaat 's Meesters woord,
Gij moet, eer uw hart er Zijn Amen op hoort,
Dat u ook de waarheid verlost heeft van schijn,
Van nieuws geboren zijn (van nieuws).
[chorus]
Verlost van zonde en schijn,
Van nieuws geboren zijn,
Een ieder, die 't Koninkrijk Gods eens wil zien,
Moet nieuw geboren zijn.
[3]
Bedenkt gij, wier harte naar zaligheid vraagt,
Gij moet, eer u 't Godsrijk in heerlijkheid daagt,
Uw ziele verlossend van doodsangst en pijn,
Van nieuws geboren zijn (van nieuws).
[chorus]
Verlost van zonde en schijn,
Van nieuws geboren zijn,
Een ieder, die 't Koninkrijk Gods eens wil zien,
Moet nieuw geboren zijn.
[4]
Verlangt gij naar 't leven en 't loflied omhoog,
Naar 't weerzien van hen, die de dood u onttoog,
Gij moet om te delen in 's Konings festijn,
Van nieuws geboren zijn (van nieuws).
[chorus]
Verlost van zonde en schijn,
Van nieuws geboren zijn,
Een ieder, die 't Koninkrijk Gods eens wil zien,
Moet nieuw geboren zijn