762 Is uwe lamp wel brandend

vorige pagina
[1]
Is uwe lamp wel brandend,
Is 't olievat gevuld?
Zijt g' op de Bruigom wachtend,
In feestgewaad gehuld?
Weet dat Zijn ure nadert,
De roep schalt in de nacht;
Welzalig hij die dienend,
De komst des Heren wacht.
[2]
Is uwe lamp wel brandend,
Is 't olievat gevuld?
Zijt g' op de Bruigom wachtend,
In feestgewaad gehuld?
't Is thans geen tijd tot slapen,
Gij maagden, op! ontwaakt!
Hoe kunt gij thans nog sluim'ren
Waar 't heil des Heren naakt?
[3]
Is uwe lamp wel brandend,
Is 't olievat gevuld?
Zijt g' op de Bruigom wachtend,
In feestgewaad gehuld?
Komt, wilt niet langer aarz'len!
Zijn komst is reeds in 't zicht.
Het is de wil Uws Meesters,
Dat g' Hem begroet in 't licht.
[4]
Is uwe lamp wel brandend,
Is 't olievat gevuld?
Zijt g' op de Bruigom wachtend,
In feestgewaad gehuld?
Niet langer kracht verspillen
Met broedertwist en strijd;
Blijft in de liefd' en eenheid
Voor Jezus' komst bereid.
[5]
Is uwe lamp wel brandend,
Is 't olievat gevuld?
Zijt g' op de Bruigom wachtend,
In feestgewaad gehuld?
Gaat uit in struik en heggen,
Roept 't uit in woord en lied:
Dorst gij naar 't levend water?
Komt, drinkt en neemt om niet!