[1]
Vol verwachting blijf ik uitzien,
Tot die dag eens dagen zal,
Dat de Heiland op de wolken
Weerkomt met bazuingeschal.
Welk een vreugde zal het wezen.
Als mijn oog Hem schouwen mag
En mijn oor Zijn stem zal horen
Op die grote, blijde dag!
[chorus]
Welke een uitzicht, Bruidsgemeente!
Eeuwig Hem ten eigendom.
"Maranatha" blijv' ons wachtwoord,
"Amen, ja Heer Jezus, kom!"
[2]
Al de teek'nen onzer dagen
Zeggen mij: de komst genaakt
Van de Brui'gom, Die Zijn liefste
Tot zich roept en haar volmaakt.
O, hoe blijde zal ik wezen,
Op te trekken met die stoet,
Juichend, met ontelb're zaal'gen
Onze Brui'gom tegemoet!.
[chorus]
Welke een uitzicht, Bruidsgemeente!
Eeuwig Hem ten eigendom.
"Maranatha" blijv' ons wachtwoord,
"Amen, ja Heer Jezus, kom!"
[3]
O, soms voel 'k een sterk verlangen,
Heimwee in mijn hart ontstaan;
'k Vraag mij af dan, dierb're Heiland
Zijt Gij reeds op weg gegaan?
Neen, het zal niet lang meer duren:
Hij verlangt nog meer dan wij.
Maranatha! blijve 't wachtwoord,
Voor een elk, maar ook voor mij!
[chorus]
Welke een uitzicht, Bruidsgemeente!
Eeuwig Hem ten eigendom.
"Maranatha" blijv' ons wachtwoord,
"Amen, ja Heer Jezus, kom! |
|