797 Heer, een oog, dat U slechts ziet

vorige pagina
[1]
Heer, een oog dat U slechts ziet,
En een hart, dat liefde biedt;
Ook een schouder, die daar schraagt,
En een hand, die lasten draagt,
En die 't offeren bemint.
Geef, o Heer! dat aan Uw kind!
[2]
Dat mijn mond van U getuig',
En mijn wil zich altijd buig',
Geef m' een oor, Heer, voor Uw Woord,
En dat Uwe stemme hoort,
Als het ruisen van de wind.
Dat begeert van U Uw kind!
[3]
Een geloof, dat niet vergaat,
Als elk steunsel wankel staat;
En een moed, die onversaagd,
Grote dingen met U waagt.
Voeten, die U volgen, Heer!
Dat verlangt Uw kind zo zeer!
[4]
Ook een vaste hoop, die wacht,
Tot de lange, donk're nacht
Voor de morgenstond verdwijnt,
Als Uw grote dag verschijnt.
Dat begeert Uw kind van U,
Amen, Heiland, geef 't mij nu!