187 Het kleine stadje Bethlehem

187

vorige pagina
[1]
Het kleine stadje Bethlehem
ligt vredig in de nacht
en heel de wijde hemelboog
is vol van sterrenpracht.
Maar op de donk're velden
schijnt plots'ling godd'lijk licht.
De lange eeuwen hoop en vrees
zijn op dit heil gericht.
[2]
Geboren wordt de vredevorst;
Maria's eerste kind
- de Zoon van God als mensenkind -
dat zij in doeken windt.
De engelen bejuub'len
Gods liefde voor de mens,
want Christus die op aarde kwam,
vervult de diepste wens.
[3]
De Heer, die kwam in Bethlehem
en stierf op Golgotha,
bevrijdt van zonde en van schuld,
bewijst ook ons gena.
Heer, U bent komen redden
naar 't woord van Gabriël.
Wij vragen need'rig: Blijf bij ons,
voorgoed, Immanuël.