[1]
Zaal'ge troost, de Heer zal dra komen,
Plots'ling en haast'lijk, onvoorzien;
Als w' in de lucht tot Hem opgenomen,
Hem als Hij is, dan zullen zien.
[chorus]
Wij zullen eenmaal aan Hem gelijk zijn,
Hem eenmaal zien, gelijk Hij is;
Wij zullen eenmaal aan Hem gelijk zijn,
Hem eenmaal zien, gelijk Hij is.
[2]
Zaal'ge troost, de toekomst des Heren!
Wanneer de nacht wijkt voor het licht,
Als ook ons zwakke omhulsel zal vlieden
Voor 't stralen van Zijn aangezicht.
[chorus]
Wij zullen eenmaal aan Hem gelijk zijn,
Hem eenmaal zien, gelijk Hij is;
Wij zullen eenmaal aan Hem gelijk zijn,
Hem eenmaal zien, gelijk Hij is.
[3]
Nu nog werkend, wakend en biddend,
Wachtende op Zijn heerlijkheid,
Doende de taak, die Hij aan ons opdroeg,
Zoekend 't verloor'ne in deze tijd.
[chorus]
Wij zullen eenmaal aan Hem gelijk zijn,
Hem eenmaal zien, gelijk Hij is;
Wij zullen eenmaal aan Hem gelijk zijn,
Hem eenmaal zien, gelijk Hij is.
[4]
Teek'nen van Zijn toekomst vermeêren,
In alles horen wij Zijn stem.
Blijde verzeek'ring, zaal'ge vertroosting.
Als Jezus komt, gaan wij met Hem.
[chorus]
Wij zullen eenmaal aan Hem gelijk zijn,
Hem eenmaal zien, gelijk Hij is;
Wij zullen eenmaal aan Hem gelijk zijn,
Hem eenmaal zien, gelijk Hij is |
|