[1]
God vóór ons, wie is ons tegen?
Hij, Die Zijn Zoon aan ons gaf.
Zal Hij ons met Hem niet schenken?
't Leven dat reikt over 't graf.
[chorus]
Door Hem, door Hem,
Zal 'k overwinnaar steeds zijn.
Zijn kracht, Zijn kracht,
Wordt door mij in zwakheid volbracht.
[2]
Leeft gij in moeite en zorgen?
Wentel uw weg op de Heer.
Laat toch Zijn Woord u versterken,
Denk aan Zijn trouw telkens weer.
[chorus]
Hij blijft getrouw.
Al lijkt soms verre Zijn stem,
Hij zorgt voor u,
O, stel uw vertrouwen op Hem.
[3]
God was in Christus verzoenend.
Al uwe zonden en schuld.
Jezus, de Heiland der wereld,
Heeft Gods beloften vervuld.
[chorus]
De straf die ons vrede aanbrengt,
Droeg de Heer.
Hij schenkt gena.
Genade vóór recht tot Zijn eer.
[4]
Gij die nog rusteloos ronddoolt,
Blijf eens een ogenblik staan.
Luister wat God u wil geven,
Wat Hij voor u heeft gedaan.
[chorus]
Hij geeft u vree,
Vrede door 't bloed van het kruis.
Hij geeft u rust
En brengt u ook veilig eens thuis |
|