[1]
'k Stond eens stil op mijn pad bij een ruw-houten kruis.
Om mij heen was het duistere nacht.
Van dat kruis straalde licht, en een stem sprak mij aan:
"Kom mijn vriend, 'k heb zolang reeds gewacht."
[chorus]
In mijn hart klonk een stem:
"Ga toch weg hier van Hem.
In de wereld glanst zilver en goud."
Maar de glans van dat kruis straalde diep in mijn hart.
Straalde diep in mijn hart, tot behoud.
[2]
In het licht van dat kruis, zag 'k mijn zonden en schuld.
Ik ervaarde een wondere kracht.
'k Knielde neer en ik bad, ja ik dankte nog meer
Voor dat kruis dat verlossing mij bracht.
[chorus]
In mijn hart klonk een stem:
"Ga toch weg hier van Hem.
In de wereld glanst zilver en goud."
Maar de glans van dat kruis straalde diep in mijn hart.
Straalde diep in mijn hart, tot behoud.
[3]
Daar was Eén Die eens kwam om Gods wil te voldoen.
't Was de Heiland Die stierf aan dat kruis.
Door Zijn bloed bracht Hij ons weer terug tot Gods troon.
Weer terug naar het Hemelse Huis.
[chorus]
Weet gij reeds, o mijn vrind, dat de Heiland u mint?
Heeft het licht van dat kruis u bestraald?
O, kniel neer en aanbid uw Verlosser en Heer.
Want voor u is ook alles betaald |
|