947 Komt, laat ons nu gaan zingen

vorige pagina
[1]
Komt, laat ons nu gaan zingen
een lied tot eer van Hem,
wiens almacht alle dingen
deed worden door Zijn stem.
Ik zal mijn Schepper loven,
zo lang ik ben op aard,
tot Hij mij eens hierboven
bij Zijne heil'gen schaart.
[2]
De moeden geeft Hij krachten,
de blinden het gezicht,
die bij de dood vernachten,
zien Hem als 't ware licht.
Hij kent verborgen spijze
voor ons in hongersnood,
op duizendvoud'ge wijze
redt Hij uit alle nood.