[1]
Bij het helder stergeflonker,
in de stilte van de nacht,
bracht een engel blijder boodschap
dan ooit werd op aard' gebracht.
"Christus", sprak hij, "is geboren,
ginds te Bethlem in een stal,
wat voor alle wereldvolken,
wat voor alle wereldvolken,
vreugd' en blijdschap wezen zal,
vreugd' en blijdschap wezen zal."
[2]
Toen klonk vanuit 's hemels sferen
't heerlijk lied van 't eng'lenheir:
"Eer' zij God in hoogste heem'len!
Juich, gij wereld! Geef Hem eer!
God heeft in de mens behagen;
Hij brengt d'aarde weer de vreê.
Eer' zij God! Eer' zij de Schepper!
Eer' zij God! Eer' zij de Schepper!"
Juichen wij met d'eng'len mee!
Juichen wij met d'eng'len mee!
[3]
Ja, Hij kwam, Gods eengeboren,
stierf de vloekdood aan het kruis,
om voor ons de weg te banen
naar het heerlijk Vaderhuis.
Komt dan, zondaars, tot die Heiland!
Dat uw schoonste kerstlied zij:
"Jezus Christus is geboren,
Jezus Christus is geboren,
'k weet: geboren ook voor mij,
'k weet: geboren ook voor mij."
[4]
Ziet, Hij komt ten tweeden male
in zijn glans en heerlijkheid,
om de Zijnen heen te voeren
naar de plaats door Hem bereid.
Hoort! De roepstem klinkt steeds luider!
Waakt, weest wakker! Christendom!
Hoort, de Geest en Bruid, zij roepen.
Hoort, de Geest en Bruid, zij roepen:
"Amen, kom Heer Jezus! Kom!
Amen, kom Heer Jezus! Kom!" |
|