209 O lam, dat lijdt en duldt en draagt

209

vorige pagina
[1]
O lam, dat lijdt en duldt en draagt
de straf die ons de vrede brengt,
tot bloedens toe gestriemd, geplaagd
~ geen rechter die U vrijspraak schenkt.
[2]
De hele wereld klaagt U aan,
Gij zwijgt, Gij spreekt
geen wederwoord,
geboeid komt Gij naast mensen staan
die schuldig zijn aan broedermoord.
[3]
'Verdwijnen moet die zachte stem,
laat vrij de man die bloed vergiet,
maar kruisig, kruisig, kruisig Hem!
Wij gunnen Hem de vrijheid niet!'
[4]
O Zoon des Vaders, Bar-Abbas,
o lam volkomen gaaf en goed,
o arts die onze wond genas,
vergiet Gij nu uw eigen bloed?
[5]
Gij die geen kwaad
met kwaad vergeldt,
Gij strijdt met recht een goede strijd;
geen domme kracht, geen bruut geweld,
uw Geest alleen, die wint het pleit!
[6]
O Heer, wij kiezen niet voor U,
maar Gij, die ons de vrede brengt,
Gij kiest voor ons, kiest hier en nu,
o rechter die ons vrijspraak schenkt!