210 Heft op uw hoofden, poorten wijd

210

vorige pagina
[1]
Heft op uw hoofden, poorten wijd!
Hij komt, de Heer der heerlijkheid,
een koning groot van majesteit,
een Heiland vol barmhartigheid.
[2]
Het heil, het leven brengt Hij weer.
Juicht allen, zingt de koning eer,
nu Christus, groot van daad,
de poorten binnengaat.
[3]
Zijn wezen is gerechtigheid,
zijn sieraad is zachtmoedigheid,
zijn koningskroon is heiligheid,
zijn scepter is barmhartigheid.
[4]
Al onze nood brengt Hij ten end:
looft daarom Hem, die God ons zendt,
nu Christus, groot van daad,
de poorten binnengaat.
[5]
Gezegend is het land, de stad,
waar deze koning binnentrad;
gezegend 't hart, dat openstaat
en deze koning binnen laat!
[6]
Doet weg wat dit verhind'ren kon;
begroet de ware vreugdezon,
nu Christus, groot van daad,
de poorten binnengaat.
[7]
O Jezus, wil thans binnengaan,
nu ook mijn deuren openstaan.
Uw heil'ge tegenwoordigheid
word' innerlijk tot zaligheid.
[8]
Dat ons uw Heil'ge Geest geleid'
en voere tot de heerlijkheid!
Uw grote naam, o Heer,
zij eeuwig lof en eer.