122 Ben je groot of ben je klein

vorige pagina

[1]
Ben je groot of ben je klein
of ergens tussenin;
God houdt van jou!

Ben je dik of ben je dun
of ben je blank of bruin;
God houdt van jou!
[2]
Hij kent je als je blij bent;
Hij kent je als je baalt.
Hij kent je als je droevig bent;
Hij kent je als je straalt.

Het geeft niet of je knap bent;
het geeft niet wat je doet:
God houdt van jou.
Hij is vol liefde.
God houdt van jou!