145 Daar ruist langs de wolken een lief'lijke Naam

vorige pagina

[1]
Daar ruist langs de wolken
een lief'lijke Naam,
Die hemel en aarde
verenigt tezaam
Geen naam is er zoeter
en beter voor 't hart

Hij balsemt de wonden
en heelt alle smart.
Kent gij, kent gij
die Naam nog niet?
Die Naam draagt mijn Heiland,
mijn lust en mijn lied
[2]
Die Naam is naar waarheid
mijn Jezus ook waard,
Want Hij kwam om zalig
te maken op aard;
Zo lief had Hij zondaars,
dat Hij voor hen stierf,

Genade bij God
door Zijn zoenbloed verwierf.
Kent gij, kent gij
die Jezus niet,
Die, om ons te redden,
de hemel verliet?
[3]
Eens buigt zich ook alles
voor Jezus in 't stof,
En d' Engelen zingen
voortdurend Zijn lof.
O mochten w' om Jezus
verheerlijkt eens staan,

Dan hieven wij juichend
de jubeltoon aan:
Jezus, Jezus,
Uw Naam zij d' eer,
Want Gij zijt der mensen
en Engelen Heer!