[1]
God zei: Noach, bouw een ark.
God zei: Noach, bouw een ark.
God zei: Noach, bouw een ark.
Om je familie te redden.
[chorus]
Met de hamer, hamer, hamer, en de zaag, zaag, zaag.
Met de hamer, hamer, hamer, en de zaag, zaag, zaag.
Met de hamer, hamer, hamer, en de zaag, zaag, zaag.
Noach bouwde een ark.
[2]
Alle dieren kwamen binnen netjes twee aan twee.
Alle dieren kwamen binnen netjes twee aan twee.
Alle dieren kwamen binnen netjes twee aan twee.
Noach bouwde een ark.
[3]
De giraffen, olifanten en de chimpansees.
De giraffen, olifanten en de chimpansees.
De giraffen, olifanten en de chimpansees.
Noach bouwde een ark.
[4]
Alle dieren waren binnen en de deur ging dicht.
Alle dieren waren binnen en de deur ging dicht.
Alle dieren waren binnen en de deur ging dicht.
Noach bouwde een ark.
[5]
En het raam ging open en de duif vloog weg.
En het raam ging open en de duif vloog weg.
En het raam ging open en de duif vloog weg.
Noach bouwde een ark.
[6]
En het water ging weer zakken en de regenboog kwam.
En het water ging weer zakken en de regenboog kwam.
En het water ging weer zakken en de regenboog kwam.
Noach bouwde een ark.
|
|