[1]
Ik ben tevreden eenvoudig te leven
geen goud of zilver zijn mij toevertrouwd.
Maar in de hemel daar heb ik een woning
een wonder bouwsel van zuiver goud.
[chorus]
Eens zal ik wonwn ginds achter de sterren
daar in de hemel ontmoet ik mijn Heer.
Daar zijn geen tranen maar eeuwige blijdschap
in het land hierboven treurt niemand meer.
[2]
In nood geboren in zware verzoeking
heb 'k mijn rust gevonden bij Jezus mijn Heer
Mijn vaste woning is niet hier op aarde
maar in de hemel daar reis ik heen.
[3]
Ik ben niet angstig bezorgd voor het leven
want ik weet mijn Heiland zorgt daag'lijks voor mij.
Ik ben een pelgrim naar de eeuwige feestzaal
daar wacht de glorie een kroon voor mij.
|
|