[1]
O, Heer neem mijn ogen,
Gij hebt ze geschapen.
En ik wil ze geven aan U.
Dit wil ik aan U vragen,
help mij al mijn dagen,
mijn ogen te wijden aan U.
[2]
O, Heer neem mijn oren,
Gij hebt ze geschapen.
En ik wil ze geven aan U.
Dit wil ik aan U vragen,
help mij al mijn dagen,
mijn oren te wijden aan U.
[3]
O, Heer neem mijn mond,
Gij hebt hem geschapen.
En ik wil hem geven aan U.
Dit wil ik aan U vragen,
help mij al mijn dagen,
mijn woorden te wijden aan U.
[4]
O, Heer neem mijn handen,
Gij hebt ze geschapen.
En ik wil ze geven aan U.
Dit wil ik aan U vragen,
help mij al mijn dagen,
mijn handen te wijden aan U.
[5]
O, Heer neem mijn hart,
Gij hebt het geschapen.
En ik wil ze geven aan U.
Dit wil ik aan U vragen,
help mij al mijn dagen,
mijn leven te wijden aan U.
|
|