[1]
U zorgt voor heel de schepping
en uw hand vertroost mijn ziel.
Van de einden der aard'
tot het diepst van mijn hart
wordt uw eeuwige trouw gezien.
[2]
U roept mij in uw liefde
om heel dicht bij U te zijn,
vol aanbidding,
want U schiep de mens
tot uw eer en uw heerlijkheid.
[3]
Ja Heer, ik ren naar U toe
als ik bang ben of moe;
niet door kracht noch geweld,
maar door de Geest van uw Zoon.
Ja Heer, ik loop, ik ren,
tot ik bij U ben
en tot ik leef
in de schaduw van uw troon.
[4]
En tot ik leef in de schaduw.
En tot ik leef in de schaduw.
En tot ik leef in de schaduw van uw troon.
|
|