166 Zie ik sterren aan de hemel staan

vorige pagina

[1]
Zie ik sterren aan de hemel staan,
aan de donkerblauwe lucht de maan,
is het of de nacht mij noemt de naam
van een machtig God.
[2]
Zie ik ?s morgens weer de zon opgaan,
in het veld de bloemen opengaan,
is het of de dag mij noemt de naam
van een machtig God.
[chorus]
Deze God die aard? en hemel schiep,
is dezelfde God die mij eens riep
uit het duister tot zijn heerlijk licht,
zodat ik elke dag Hem Vader noemen mag

en die zijn liefde voor mij openbaart,
mij rechtvaardig in zijn Zoon verklaart,
elke dag mij in zijn hand bewaart:
Hoe groot is God voor mij.