[1]
Richt op uw macht, o Here der heirscharen
en laat uw hulp ontwaken uit uw hand,
wil voor uw aangezicht uw volk bewaren
opdat de nacht zal wijken uit het land.
[2]
Richt aan uw heil voor wie in onheil leven,
zend uw gerechtigheid als morgendauw,
dan zal het land de rijkste vruchten geven:
de vijgeboom en wijnstok van de trouw.
[3]
Richt op uw woning en roep ons tezamen,
omring ons met uw alvermogend woord,
wees ons een tempel en roep onze namen,
zodat wij juichen: God heeft ons verhoord!
[4]
Richt aan de vreugdedis voor al de dagen,
reik ons de beker van uw trouwverbond,
wij zullen altoos van uw heil gewagen
in brood en wijn, totdat Gij wederkomt.
[5]
Richt over de aarde en haar diepe stromen,
de volkeren de sterren, zon en maan,
zij zullen allen voor uw aanschijn komen
en zingen dat uw woorden niet vergaan. |
|